Interview met Uri Coronel

Interview met Uri Coronel voorzitter van VNO NCW Amsterdam

Snijden in bestuurlijke spaghetti

“De kern van elk probleem is een teveel aan bestuurslagen.” Aan het woord is Uri Coronel, voorzitter van VNO NCW Amsterdam. Hij waarschuwt, want de trein van de regionale economie is door het mobiliteitsprobleem aan het ontsporen. “Dit land gaat kapot aan een almaar afnemende bereikbaarheid. Belangrijk is een krachtigere, eenduidigere vertegenwoordiging van maatschappelijke gesprekspartners. Want we praten nu veel te veel en doen te weinig. Dat verwijten we overigens niet alleen de overheid, maar ook onszelf. Daarom hebben we een verbond gesmeed met het MKB.”

De zestigjarige Coronel speelt een soort simultaanschaak. Dat spelen op meerdere borden zit hem in het bloed. “Ik kom uit een familiebedrijf in assurantiën dat door een overname, onder de naam AON, onderdeel is van de grootste speler op de Nederlandse markt. Momenteel ben ik nog als adviseur aan het bedrijf verbonden. Daarnaast ben ik sinds drie jaar voorzitter van VNO NCW in Amsterdam en ben ik bestuurslid van de Kamer van Koophandel Amsterdam.”

Koepel

Daarmee noemt Coronel maar een deel van zijn activiteiten, want ook op maatschappelijk, cultureel en sportief gebied zet hij zich in. Zo zit hij in het bestuur van het fonds voor de gehandicaptensport, is hij actief in de ledenraad van Ajax en is hij voorzitter van de stuurgroep Masterplan Artis. “Ik heb een brede belangstelling en moet iets spannend vinden. Biedt een functie me die kick dan stap ik in.”

Dat het voorzitterschap van VNO NCW Amsterdam hem die uitdaging bood was direct duidelijk. “Er is hier veel te doen. Lokaal is VNO NCW goed bezig: we hebben goede bijeenkomsten met uitstekende sprekers en we worden uitgenodigd aan de tafels waaraan we willen zitten. Toch moet er meer gebeuren wil de afdeling Amsterdam op het niveau komen van het landelijke VNO NCW. We varen nog teveel op de landelijke uitstraling van wat door onze landelijke bestuurstop tot een ijzersterk merk is gemaakt.” Suggesties voor verbetering in en rond Amsterdam heeft Coronel wel. “We moeten ons meer laten zien, beter samenwerken met de Kamer van Koophandel, waarbij we van aanwezige kennis gebruik maken om onze lobby voor het bedrijfsleven optimaal te kunnen voeren. Tegelijk moeten we durven om eens niet aardig gevonden te worden, want we moeten niet teveel tot het establishment willen behoren. Zoals de Kamer van Koophandel de regionale economie moet stimuleren, zo hebben wij de belangen van onze ondernemers te behartigen. Door samenwerking maken we elkaar weliswaar sterker, maar we hebben ook ieder een eigen taak.”

Van de belangenbehartiging voor ondernemers mag door een recente krachtenbundeling veel verwacht worden. “We staan door oprichting van de Koepel Ondernemend Groot Amsterdam schouder aan schouder met het MKB. Dat is een goede zaak, want de enige manier om als lobby organisatie slagvaardig te onderhandelen met overheden is door dat met één mond te doen.”

Tunnelvisie

Samen met MKB voorzitter Ferry Houterman kan Coronel voortaan nog geblokter aan tafel. Dat zit hem niet alleen in de verbreding van de achterban, maar hangt er ook mee samen dat op 99 procent van de grote issues beide organisaties hetzelfde standpunt huldigen. En er is ook genoeg aanleiding voor krachtig onderhandelen, denkt Coronel. “Aan een gebrekkige verkeers- en vervoersdoorstroming gaat dit land kapot. Dat is echt dramatisch. Een illustratief probleem is de verbinding tussen de A6 en A9. Dat is een verschrikkelijk dossier.” Centraal bij dat dossier staat de geleiding van overtollig werkverkeer, legt Coronel uit. “Omdat alles hier volloopt, stelden wij voor om een tunnel aan te leggen die verkeer uit Het Gooi en Flevoland dat naar Schiphol moet, en dus niet naar Amsterdam, ergens bij Muiderberg onder de grond te laten verdwijnen om het bij Holendrecht weer omhoog te laten komen. Maar in dit land van inspraak voor allen kwam de milieubeweging in het geweer. Nu zijn wij ons als ondernemers natuurlijk ook bewust van het belang van een vitaal milieu, maar er is geen reden om je zenuwachtig te maken over een tunnel die op circa anderhalve kilometer van het Naardermeer loopt. Tot overmaat van ramp steunden nog enkele in de regio wonende Bekende Nederlanders de milieulobby zodat wij het uiteindelijk verloren.” Het huidige plan om de A9 te verbreden mag Coronels enthousiasme niet wegdragen. “De A9 gaat hier in Zuid Oost zes jaar op de schop. Het is hier nú al een puinhoop. Dan moet de weg nog een stuk onder de grond, wat wellicht minder kost dan ons tunnelvoorstel, maar nog altijd een vermogen. Tel daarbij de 25.000 mensen die in deze omgeving wonen en daar last van krijgen. En dan nog alle partijen die hier iets van gaan vinden: Diemen, Amsterdam Zuid Oost, de gemeente Amsterdam, de Provincie, het Rijk en de milieubeweging en je weet al wat er gaat gebeuren. Helemaal niets.”

Centrale regie

Dat de besluitvorming niet of te traag haar beslag krijgt is aan inspraak van teveel bestuurslagen en partijen te wijten, signaleert Coronel. “We zijn in tegenstelling tot wat onze premier schijnt te geloven, wel degelijk ambitieus, maar het probleem is dat we onze ambities op een overgedemocratiseerde manier willen realiseren.” En hij ziet nog een aanleiding voor Randstadstedelijk verdriet. “Er ontbreekt regie en samenhang in beleid. De commissie Kok pleitte al eens voor een Randstedelijk bestuur, een hoogste autoriteit die op een gegeven moment zegt ‘jullie kunnen blijven soebatten, maar we gaan het zó doen’. Een orgaan dat leiderschap toont en aan de hand van een Deltaplan Bereikbaarheid problemen in de Randstad aanpakt.”

Als sprekend voorbeeld van het onsamenhangend beleid op regioniveau geldt de Zuidas. “Daar worden volop kantoren gebouwd. Om alle toekomstige werkers van woonruimte in de omgeving te voorzien moeten er tienduizenden woningen in de Haarlemmermeer en Almere bij komen. Maar over vervoersoplossingen is niet nagedacht en zolang die ontbreken wil bijvoorbeeld de verantwoordelijke Almeerse wethouder geen paal de grond in laten slaan. Alles loopt door die onsamenhangende en gefragmenteerde benadering dus vast.”

Naast samenhang wijst hij ook op het belang van bovenlokale vervoersoplossingen. “Het openbaar vervoer, want daar praat je óók over, is in de stad wel goed geregeld. Maar juist de randgebieden hebben verdichting van het openbaar vervoersnetwerk nodig. Wat dat betreft is Londen een voorbeeld. Toen ik daar werkte hoefde ik nooit langer dan enkele minuten te wandelen om het dichtstbijzijnde metrostation te bereiken.”

En daarmee arriveert Coronel bij een belangrijke ergernis. “In bepaalde politieke kringen heeft men nog steeds het idee dat je mensen uit de auto kunt krijgen zonder hen een goed alternatief te bieden. En ik geloof daar niet in. Je moet lokaal en bovenlokaal investeren in openbaar vervoer. En dat geld ís er, want dat wordt door de overheid al bij de automobilist geïnd. Steek dat nu eens in openbaar vervoersoplossingen en je lost mobiliteits- en milieuproblemen grotendeels op. Vind je dan ook nog een beleidsmix om de stad toegankelijk te houden voor eigen vervoer, dan wordt Amsterdam de woon- en werkstad die de gemeente voor ogen heeft.”

Door Baart Koster

publicatie voor MKB-magazine Hét Ondernemers Belang

 

 

 

Vergelijkbare berichten