Michiel de Ruyter -historisch portret

Op de kop af 400 jaar geleden

Ten tijde van de Gouden Eeuw werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden langzaam ingesloten door afgunst. Het rampjaar 1672 leek zelfs de dood van de Republiek te betekenen. Pruisen, Frankrijk en vooral Engeland wilden de beul zijn. Maar de briljante diplomatie van de gebroeders De Witt verhinderde de dreigende executie. Er was ook een bijzondere Zeeuw die zijn steentje bijdroeg. Op de kop af vier eeuwen geleden zag hij in Vlissingen het levenslicht: Michiel Adriaenszoon.

Oorspronkelijk heette hij Michiel Adriaenszoon, maar als volwassen man nam hij verschillende namen aan, waaronder Michiel Trouwhand. Uiteindelijk zou hij bekend worden onder de naam die in de familie van zijn moeder gebruikt werd: De Ruyter.

Als man met vele talenten kon hij zich in de ongespecialiseerde maatschappij van de zeventiende eeuw goed ontplooien. Zo heeft hij, hoewel hij legendarisch werd als admiraal, gedurende zijn carrière onder meer als schutter in het landleger gediend en was hij ook zelfstandig ondernemer in de branche van walvisvaart. Hij vergaarde zo een fortuin. Na een carrière op zee was hij dan ook voornemens te gaan rentenieren. Maar toen hem in 1652 werd gevraagd slag te leveren tegen de Engelsen ging hij daar met tegenzin, maar uit plichtsbesef op in. Ook zijn Godsgeloof zou een leven lang zijn grote verantwoordelijkheidsbesef voeden.

Donkere wolken

Toen de Ruyter terugkeerde naar zee voltrok zich daar een evolutie in de oorlogvoering. Die kwam neer op een centralisering van het vlootgezag en op gecoördineerde gevechten, waar dat tot die tijd nog ongecoördineerd van schip tegen schip ging.

Alles draaide om het drillen van de zeevloot tot een gedisciplineerde eenheid. De Engelsen hadden in Blake, Monk en Deane de admiraliteit die daartoe in staat was. Het maakte de Engelsen extreem gevaarlijk. En je hoefde als bewoner van de Republiek niet lang naar de hemel te kijken om de donkere wolken te zien die zich daarin samenpakten.

Een kijkje op de eigen schepen stemde ook al niet vrolijk. Onze vloot bestond grotendeels uit geronselde, eigengereide scheepslui bij wie militaire ervaring en discipline ontbraken. Daarbij concurreerden onze admiraals onderling met elkaar in plaats van samen te werken.

De Ruyter verenigde alle capaciteiten in zich die voor het leiden van ongedisciplineerde zeelui en het herstel van rust nodig waren. Hij was evenwichtig en intelligent, een man die we tegenwoordig een ‘people manager’ zouden noemen. Niet in de laatste plaats vanwege zijn mensenkennis.

“Bestevaêr”

Een van de redenen van zijn populariteit school in de zorg voor zijn mannen. Het budget dat kapiteins ontvingen om bootslui van te voeden investeerden de meesten deels in voedsel om het andere deel in eigen zak te laten verdwijnen. De Ruyter stond echter bekend als royaal inkoper die ervoor zorgde dat er aan boord goed gegeten werd. Het leverde hem trouw op alsmede de bijnaam die verwees naar zijn kundig zeemansschap en goedheid als kapitein: Bestevaer.

Zijn strategische inzicht bracht hem bovendien grote successen op zee. Chatham, Schooneveld, Kijkduin: het zijn namen van zeeslagen waarin De Ruyters voortreffelijkheid steeds weer bleek. Hij bond de mensen die voor en met hem vochten aan zich door wie hij was.

Uiteindelijk zou een Franse kanonskogel tijdens een slag in de Middellandse zee hem noodlottig worden. Met dodelijke verwondingen aan zijn benen bleef hij nog een week lang vanuit de kajuit zijn bemanning aanvuren.  De woorden die hij gebruikte typeren hem. “Houdt moed, mijn kinderen, houdt moed; zoo moet men doen om de zege te verkrijgen.”

Door Baart Koster

publicatie uit 2007 (400 jaar na dato) voor Camé magazine

 

Vergelijkbare berichten