Het bladblazer-principe
Een zeldzaam stupide uitvinding vind ik toch wel de bladblazer en wat zo mogelijk nog erger is: hij wordt in deze periode regelmatig gebruikt. Steeds vaker teistert de bladblazer-terreur trommelvliezen en het zijn lang niet alleen maar gepensioneerden die hem vasthouden. In het geval van ouderen kan ik nog wel begrijpen dat zij de hefboom van motoraandrijving met beide handen aangrijpen. Het lijf wordt strammer, spieren verzwakken en je kunt mensen ook overvragen natuurlijk. Hoger loopt mijn verbijstering op als ik jongere mannen, opvallend vaak in gemeentelijke dienst, bladeren zie rondspuiten.
Dan komt bij mij steeds weer die ouderwetse vraag op: wat is er mis met stromend bloed? Waarom dat niet door je aderen laten schuimen? Wat is er mis mee om in plaats van je armen je oren eens rust te gunnen? Kom op, pak een bezem en veeg het bij elkaar. Gooi het in een groenbak, dan is het tenminste écht weg. En niet schrikken als je er een beetje van gaat zweten, dat hoort erbij. Dan kun je de sportschool weer een keertje overslaan.
We ontwijken fysieke arbeid, tegelijk hebben we sportscholen en hardlopen tot vaste onderdelen van onze weekindeling gepromoveerd
Ik zou het al mijn bladblazerende medemensen willen adviseren. Want het idee dat ze op comfortabele wijze nuttig werk uitvoeren, is natuurlijk uit de lucht gegrepen. Wat ze wél doen is blad verplaatsen (meestal naar de buren), brandstof en bijbehorende geuren uitstoten alsmede hun directe omgeving martelen op het volume van een opgevoerde brommer. Terwijl ze intussen niets duurzaams bereiken.
We ontwijken fysieke arbeid, zijn daar ook steeds inventiever in geworden. Tegelijk hebben we sportscholen en hardlopen tot vaste onderdelen van onze weekindeling gepromoveerd. Ook hier gaat het bladblazer-principe op: dat heeft veel minder impact dan we denken, het is zelfs de vraag of het wel zo gezond is. Gestage dagelijkse arbeid sorteert nu eenmaal meer effect voor gezondheid en figuur dan incidentele sportieve inspanningen (en ook twee keer per week is incidenteel). Dat komt door onze fysiologie. Doe je niks aan.
De ondernemersmetafoor is hier niet ver weg. De verhalen die we tegenwoordig lezen over ‘gamechangende’ innovaties van zichzelf totaal opnieuw uitvindende ondernemers, hebben namelijk wel wat weg van het lawaai van een bladblazer. Much ado about……practically nothing. Ondertussen hebben de schreeuwerige artikelen en ‘footage’ die we volop op internet vinden als spin-off dat veel ondernemers het gevoel krijgen dat ze zichzelf om de twee jaar opnieuw moeten uitvinden om het jaar daarop überhaupt nog te bestaan.
Ik zou zeggen: ondernemer doe het gerust iets rustiger aan, zolang je weet waar je naartoe wilt, ga je hard genoeg
Deze ‘opgepompte’ perceptie danken we aan onze anabole steroïden-mediacultuur. De succesverhalen waarmee we worden doodgegooid zien er meestal ongeveer eender uit. Maar het zijn dan ook verhalen. Ondernemers die gestaag, dag voor dag, verder werken aan een goed doordachte visie hoeven zich door dergelijk gebladblaas niet af te laten leiden. Anders gezegd; ondernemers met een gezonde ambitie, zonder hang naar hijgerig scoren maar met een voorliefde voor structurele progressie, komen er wel. Ik zou daarom zeggen: ondernemer doe het gerust iets rustiger aan. Zolang je weet waar je naartoe wilt, ga je hard genoeg.