Interview met (UVA) hoogleraar economie, Sweder van Wijnbergen

“De financiële sector moet de kans grijpen om maatschappelijk relevanter te worden”

Vooraanstaand econoom en hoogleraar economie aan de UVA, Sweder van Wijnbergen, is een graag geziene gast. Niet alleen in universitaire kringen, maar ook in de media. Hij is dan ook iemand die zijn scherpe inzicht en diepgaande kennis over economie verpakt in boeiende betogen en prikkelende uitspraken. Tegenover People at Work doet Van Wijnbergen dat onder meer over de crisis, de onmacht van de politiek en de volgens hem noodzakelijke bancaire hervormingen om onze economie gezonder te maken.

Er wordt hem vaak om advies gevraagd. Daarbij gaat het niet alleen om puur economische vraagstukken, maar ook om maatschappelijke. Hij studeerde natuurkunde en econometrie, deed dat aan universiteiten in binnen- en buitenland en promoveerde onder meer aan het MIT (Massachusetts Institute of Technology) in de economie. “Waarschijnlijk door die bredere oriëntatie krijg ik uit mijn netwerk regelmatig de vraag welke studie een goede is om te kiezen. Daarop ben ik altijd kort: kies de studie die je leuk lijkt en zorg dat je goed wordt in het vak waartoe ze je opleiden.”

Persoonlijk houdt hij zich met vele zaken bezig, maar de financiële crisis heeft zijn bijzondere aandacht. Hij geeft er speciaal college over aan de UVA. Zoals bekend ging het mis bij Lehman Brothers, dat volgens Van Wijnbergen extreem riskant was gefinancierd. Het had extreem kortlopende verplichtingen waar aan de andere kant van de balans langlopende activa tegenover stonden. “Lehman deed veel meer dan wat een investment bank officieel zou moeten doen. Zo’n bank levert alle financiële diensten, behalve het geven van leningen. Maar daar hield Lehman zich niet aan, dat was zelf voor eigen rekening risico aan het nemen.”

Dan kun je je afvragen wat het probleem is. Een onderneming die voor eigen risico onderneemt en omvalt, dat zou niet zo’n chaos moeten geven.
Dat de val van Lehman zo extreem doorwerkte kwam doordat die bank, zoals alle investment banks, overal met hun vingers in de kapitaalmarktinfrastructuur zaten. En de klap was enorm, omdat Lehman in de kapitaalsmarkten een heel grote tegenpartij was in over the counter derivaten. Doordat het bedrijf omviel sleurde het daarom een heel netwerk van andere partijen mee. En de onzekerheid in de markten werd alleen maar gevoed doordat OTC-derivaten heel ondoorzichtig zijn, waardoor niet te beoordelen viel wie allemaal door de val geraakt zouden worden.

Als Lehman terughoudender had geopereerd en niet was omgevallen, waren we dan door het oog van de naald gekropen?
Dat wordt vaak gedacht, maar dat is onjuist. Überhaupt is het probleem van de val van Lehman overschat, of misschien beter gezegd, de andere problemen zijn onderschat. In de VS waren de effecten van de sub prime hypotheken aanvankelijk vrij goed te overzien. Het Amerikaanse probleem was dus beheersbaar, alleen is onder meer door paniekbeleid de zaak nooit goed onder controle gebracht. Soms werden op dezelfde dag compleet tegengestelde maatregelen genomen. De ene investment bank, Bear Sterns, werd gered, terwijl men de andere, Lehman Brothers, liet klappen. Het was niet visie die regeerde, maar paniek.

Maar waar zat volgens u dan het echte probleem?
Dat is heel interessant. Iedereen zat naar Amerika zat te kijken en daar werden door investment banks ook gevaarlijke vuurwerkspelletjes gespeeld. Maar wie goed keek zag dat intussen in Europa een gigantische fragiliteit was opgebouwd in de financiële sector. Europa had in verhouding tot zijn balanstotaal de helft van het eigen vermogen als je dat vergeleek met Amerika. Europese instellingen hadden dus tweemaal zoveel vreemd vermogen op hun balans staan. Wat betekende: één keer blazen en het valt om. Daarnaast blijkt dat van de meest riskante, extreem kortlopende producten, de zogenaamde asset backed commercial papers, in Europa tweemaal zoveel zijn uitgegeven als in de VS. Europese spelers hebben heel agressief geprobeerd de renteverschillen op korte en langetermijn binnen te halen en daarmee bijzonder veel risico genomen. Dus het echte probleem was dat de kinderen met de lucifers naast een groot kruitvat gingen spelen en dat kruitvat was Europa. Toen dat dan ook ontplofte hadden we een wereldwijde crisis. Lehman was het doosje lucifers en Europa het kruitvat.

“De bottom line is wat mij betreft sowieso dat risico nemen prima is, maar dan wel met eigen vermogen”

Waarom zagen we die risico’s in Europa niet? Konden we de crisis niet afwenden of afzwakken?
De signalen waren er, maar een belangrijk euvel is dat de toezichthouders niet voldoende kunnen volgen van wat er precies gebeurt om in te kunnen grijpen. Bovendien ontberen onze toezichthouders vaak het lef om, als ze zien dát er gereageerd moet worden, dat ook te doen. Want actief ingrijpen is natuurlijk nooit populair. Het valt voor de toezichthouders ook niet mee, want om bij Nederland te blijven: onze financiële sector was veel te groot vergeleken met de omvang van de nationale economie, na IJsland de grootste in Europa. Daar is inmiddels gelukkig verbetering in gekomen. Maar een krachtdadige toezichthouder is noodzakelijk. Je ziet ook dat Amerika er mede door zo’n toezichthouder sneller bovenop gekomen is.

U pleit dus voor een krachtige toezichthouder. Wat zou die toezichthouder tegen de sector moeten zeggen?
Matig jullie exorbitante salarissen en bonussen. Ik geloof er niet in om dat bij wet te regelen, want dan ben je al überhaupt twee jaar verder voordat die door alle molens heen is en dat geeft iedereen twee jaar de tijd om te bedenken hoe ze die nieuwe wet kunnen omzeilen. Dat moet de toezichthouder regelen en wel door te zeggen ‘jij geeft als bankier met zo’n honoreringsstructuur een risicoprikkel die ik niet kan beheersen, dus geef aan salarissen en bonussen wat je wilt, maar wel graag met een tweemaal zo hoog eigen vermogen’. En sinds Basel II heeft de toezichthouder daarvoor al het benodigde instrumentarium, want dat verschafte de mogelijkheid om bedrijven met zogenaamde ‘salarisstructuren die het nemen van risico aanmoedigen’ te verplichten om een bijbehorende kapitaalsratio aan te houden. Alleen gebruiken toezichthouders die macht nog steeds niet. De bottom line is wat mij betreft sowieso dat risico nemen prima is, maar dan wel met eigen vermogen. Want om dat nog langer op kosten te doen van de belastingbetaler is politiek en ethisch volstrekt onhoudbaar.

Hoe heeft de politiek gepresteerd als het om crisisbeleid gaat?
De politiek heeft de macro-economische schade voornamelijk vergroot. Ik constateer een gebrekkige analyse van wat er werkelijk fout zit en een geneigdheid heel snel met te makkelijke oplossingen te komen. Een voorbeeld: als de politiek zegt dat de banken gescheiden moeten worden in een zakelijk deel en een spaardeel is iedereen het eens. Terwijl je ziet dat de crisis helemaal niets te maken heeft met depositohouders die in gevaar zouden zijn gebracht door riskante activiteiten aan de kant van de investment banks. Want die hadden helemaal geen deposito’s. En Amerika is de crisis wel begonnen met investment banks, maar hier in Europa begon het met banken die zich met die activiteiten juist helemaal niet bezighouden. Zoals Northern Rock, de Duitse landesbanken en de Spaanse spaarbanken. Allemaal gespecialiseerde ‘narrow banks’, precies zoals de aanhangers van splitsing ze willen hebben. Banksplitsing is daarom een oplossing die niet op de werkelijke problemen aansluit, maar ze eerder verergert.

“Het echte probleem was dat de kinderen met de lucifers naast een groot kruitvat gingen spelen en dat kruitvat was Europa”

Als u naar de huidige situatie kijkt, vindt u dan dat de bancaire sector zijn les heeft geleerd?
Ja, beslist. Ze hebben een flinke tik op de vingers gehad en zijn veel verstandiger gaan acteren. Zo deed Jan Hommen uitstekend werk bij ING. Hij heeft inzicht gekoppeld aan lef en gezegd ‘we worden een heel andere bank en die extreem risicovolle dingen doen we niet langer meer’. Ook heeft ING zich onder zijn leiding teruggetrokken uit veel landen en richt het zich erop een universele West-Europese bank te worden. Dat is verstandig, want men heeft in het verleden alleen gekeken naar schaalvoordelen, maar er zijn ook schaalnadelen. Een grote bank is te complex om nog te kunnen managen. Je verliest controle op processen en je zicht op je risk management. De huidige schaalverkleining juich ik toe.

Vindt u de financiële sector voldoende innovatief?
Niet op de goede manier. Kijk bijvoorbeeld naar huizenprijsrisico. Je kunt je daar nergens tegen verzekeren, en dat is gek, omdat huizenprijsdaling dramatische effecten voor mensen heeft. Als bank zou ik willen dat de lener daar verplicht een verzekering tegen afsluit, maar de financiële sector levert dat soort mogelijkheden niet. Je wordt vreemd genoeg wel gedwongen een overlijdens risico verzekering af te sluiten, wat nergens op slaat omdat overlijden zelden de oorzaak van hypotheekproblemen is. Terwijl je je niet tegen huizenprijsdaling kunt indekken. Die markt is er gewoon niet. Waarom zegt niemand, tegen een premie wil ik dat risico best hebben? Er is wel veel innovatie, maar niet voor dit soort sociaal nuttige dingen. De hele innovatiekracht in de financiële sector is er eigenlijk op gericht om de toezichthouders te misleiden, niet om de klant te helpen met risico om te gaan.

Welk advies zou u nog willen meegeven?
Robert Schiller, hoogleraar aan Yale, schreef een boek waarin hij zegt dat de wereld te weinig gebruik maakt van de goede dingen die finance kan doen en te veel van de slechte dingen. Een goed ding is bijvoorbeeld de zojuist geschetste mogelijkheid om een groot maatschappelijk risico af te dekken. Mijn advies zou zijn: grijp als financiële sector de kans om door goede innovaties maatschappelijk relevanter te worden.

Tekst: Baart Koster

publicatie voor ‘People at Work’ het corporate magazine van Partners at Work, het executive search bureau voor topfuncties in de financiële en zakelijke dienstverlening

zie ook: http://www.partnersatwork.nl/files/misc/magazines/pdf-06-2013/index.html

Vergelijkbare berichten